visueel beperkt?

/ Home / Visueel beperkt / visueel beperkt?

Wat betekent “visueel beperkt”?

Wat betekent het om blind of slechtziend te zijn. Blind is het makkelijkste om uit te leggen, tenminste als de lbindheid volledig is. Maar wat als je maatschappelijk blind bent, of ” gewoon” slechtziend”? Hoe werkt de waarneming van iemand die visueel beperkt is? Waarom hebben mensen vooroordelen over mensen met een (visuele) beperking. Irisonline laat het jou zien.

De meest voorkomende redenen van een visuele beperking zijn:
– aangeboren (door bijvoorbeeld problemen tijdens zwangerschap);
– Erfelijke overdraging;
– Ongeval;
– Ouderdom;
– Ziekte elders in lichaam;
– Een oogaandoening.

De gezichtsscherpte of visus

De gezichtsscherpte, visus of voluit de acies visus is een maat voor de kleinste details die iemand kan waarnemen en wordt uitgedrukt in een getal tussen 0 en ca 2,0. Bij een visus van 1,0 hebben de kleinst waarneembare details een grootte van 1 boogminuut = 1/60 graad. Een volwassen mens heeft een normale visus als die groter dan of gelijk is aan 1,0. Deze visus wordt pas vanaf gemiddeld het zesde levensjaar bereikt, want bij de geboorte is de visus veel lager, waarschijnlijk ongeveer 0.05. Bij een visus van bijvoorbeeld 0,5 moet een persoon twee keer zo dichtbij kijken om hetzelfde te kunnen zien, bij 0,10 10x zo dichtbij.

Term

De term blind, maatschappelijk blind, of slechtziend wordt alleen gebruikt waarbij het om de combinatie van beide ogen gaat. Als iemand eenzijdig blind of slechtziend is, wordt alleen de term verminderd zicht gebruikt, mits het overgebleven oog nog wel normaal functioneert.

Blind

Je bent “maatschappelijk blind” dan wel helemaal “blind” als je minder dan 5% ziet met het hele visuele gezichtsveld, dus met beide ogen (WHO standaard). Vaak is er dan nog sprake van lichtinvallen, vage contouren en met moeite kunnen er met enig geluk wat letters worden gelezen. Maar ook dit is weer volledig afhaneklijk van persoon tot persoon, type oogaandoening, maar ook de plaats waar men zich bevind en het tijdstip van de dag en van het jaar.

(Dit artikel gaat verder onder het advertentieblok)

Volledige blindheid hoeft niet te betekenen dat je visueel blind bent voor je omgeving. Hiermee wordt bedoeld dat als je vroeger wel gezien hebt, maar door welke reden dan ook blind bent geworden, je wel kleuren, vormen, samenhang e.d. nog herkent, als deze benoemd worden. Zo zijn er blinden die vroeger goedziend zijn geweest, maar nu blind zijn en zich minimaal of zelfs zonder enig hulpmiddel voorbewegen. Een stukje eigenwijsheid en het non acceptatie van de ontstane beperking. Iemand die nu blind is, maar voorheen wel heeft kunnen zien, kan doorgaans, afhaneklijk van hoe de blindheid is ontstaan nog wel in “visuele beelden” dromen.

Slechtziend

Je bent “slechtziend” als je minder dan 60% (maar meer dan 5%) ziet met het totale gezichtsveld, dus met beide ogen (WHO standaard). Van 60% Tot 100% wordt het dan “verminderd zicht” genoemd. Dit is eigenlijk de enig vatbare omschrijving voor slechtziendheid. Want slechtziendheid opzich kent tal van factoren, die weer van persoon tot persoon verschillen. Zo zijn er slechtzienden die eigenlijk maatschappelijk blind zijn en het toch aandurven om zelfstandig door de grote stad te fietsen. Maar er zijn ook slechtzienden die bijvoorbeeld een visus hebben van 20% die door eigen factoren iemand op 1 meter afstand niet kunnen herkennen.

In geval van slechtziendheid kan het percentage van de visus sterk verschillen per situatie en per oogaandoening. Bijvoorbeeld door kleurenblindheid, nachtblindheid, vermoeidheid door extra inspanning. Maar ook weersomstandigheden zoals ochtendzon, of sneeuwvlaktes en extreme regenval. Zo kan iemand met bijvoorbeeld een matige slechtziendheid verblind worden door een sneeuwvlakte, waarbij de zon deze vlakte verlicht. Iemand met een visuele beperking, ongeacht de aard daarvan moet zich al snel meer inspannen om tot hetzelfde doel te komen, dan iemand die goedziend is, met hetzelfde doel. Dit kan ertoe leiden dat iemand sneller vermoeid raakt en dus daardoor minder ziet.

Natuurlijk kan iemand ook slechtziend zijn waarbij het oog zelf helemaal correct functioneert, maar waarbij er een factor in de hersenen beschadigd is, door welke reden dan ook. Bijvoorbeeld door een verkeerde aangeboren genmutatie of door een ongeluk, waardoor een hersenbeschadeging optreed. Als de beschadiging tussen het oog en de hersenschors ligt, zal degene een deel van het gezichtsveld missen. Als de afwijking in de hersenschors ligt kan het zijn dat degene hiervan zelf niets merkt. Als de beschadiging in de centra die de prikkel verder moeten verwerken ligt, is het moeilijk om te focussen, patronen niet herkennen enz. Zodra er een slechtziendheid optreed door toedoen van de hersenen, is de kans groot dat er lichamelijk in meer of mindere mate ook andere issues zijn (meervoudige beperking). Bijvoorbeeld, een motorisch probleem, een verstandelijke beperking, een verlamming of andere problematiek.

Licht

Licht speelt een hele grote rol voor mensen met een visuele beperking. In principe bij alle voorkomkende oogaandoeningen die zich binnen de oogbol voordoen. Omdat alles wat zich binnen de oogbol bevind exact op elkaar is afgestemd, als het allemaal optimaal functioneert en er dus geen sprake is van een visuele beperking waarbij de oorzaak in het oog zelf ligt. Het visuele gedeelte in de hersenen (visuele cortex) is in die zin afhankelijk van het oog, welke mate aan licht er gebundeld wordt.

(Dit artikel gaat verder onder het advertentieblok)

Optisch vooroordeel

In veel gevallen is al snel optisch te zien, dat iemand een visuele beperking heeft. Bivoorbeeld door wegdraaiende ogen. Dat kan er optisch gezien heftig uitzien. Je kan het zien door de situatie van het oog zelf, danwel door hoe iemand zich lichamelijk en/of verstandelijk voordoet in het dagelijks leven. Natuurlijk zijn er ook heel veel mensen met een visuele beperking, waarvan je hete niet eens weet, omdat je het niet aan degene kan afzien. Daarom is het ten alle tijden van groot belang dat degene in kwestie zelf open is over zijn of haar oogsituatie, als die er toe doet. Een mooi voorbeeld hiervan is bijvoorbeeld de sollicitatiebrief. Vertel ik het wel of niet, dat ik slechtziend ben. In geval van blindheid is het ten alle tijden wel verstandig dit te vermelden, daar er dan vrijwel zeker aanpassingen gedaan moeten worden.

Als blijkt dat iemand visueel beperkt is, wordt al snel de associatie gemaakt met een bepaalde mate van verstandelijk onvermogen. Terwijl dat helemaal niet zo hoeft te zijn. Ondanks de moderne tijd, waarbij er steeds meer wordt gestreefd naar participatie, is deze veronderstelling nog een hardnekkig overblijfsel die al eeuwen in stand wordt gehouden. Want als je dan verder vraagt, “welke hulpmiddelen voor mensen met een visuele beperking ken je”, komt men vaak niet veder dan de stok of de blindengeleidehond. Terwijl de moderne tijd zoveel meer bied voor mensen met een beperking. Mensen die een dergelijke opvatting hebben over mensen met een (visuele) beperking, zijn zelf kortzichtig en daarmee dus visueel beperkt.

Ook wordt er vaak verondersteld dat als je blind of slechtziend bent, “je kan vast beter horen, of ruiken”? Nee dat is niet het geval. De reuk en geursystemen in ons lichaam staan in die zin los van het visuele systeem. Alle zintuigen werken wel samen om tot 1 beeld van het gegeven te kunnen komen. Als dan 1 zintuig (deels) uitvalt, wordt dit opgevangen door de andere zintuigen, waardoor je deze dus anders inzet, maar zeker niet beter, het zintuigelijk systeem wordt in zo’n geval selectiever.

Structuur

Iemand die visueel beperkt is heeft meestal baat bij structuur. Waarbij dus zaken op dezelfde plek liggen, procedures op zelfde manier gehanteerd worden e.d. Dat wil niet zeggen, dat iemand die alleen maar visueel beperkt is, niet flexibel is of erger nog autistische trekjes heeft. Want dat is het mentale gedeelte en in mindere mate het visuele systeem. Het gaat erom dat iemand die blind of slechtziend is, “blindelings” moet kunnen teruggrijpen op wat bekend is.

Waarneming

De menselijke waarneming, het visuele systeem is erop gericht om zaken in de context te herkennen, “een weg”, “een huis” etc. Maar dus ook een voor hem of haar bekend persoon te herkennen. Het gaat dan om de specifieke waarneming (een menselijk gezicht is nooit hetzelfde). Als je dus visueel beperkt bent, vallen er factoren weg, die nodig zijn voor die zo’n specifieke waarneming. Wat dus kan betekenen, dat als je langs degene fietst en roept “hallo”, degene in kwestie niet weet wie jij bent. Tenzij bijvoorbeeld de stem dusdanig typisch is, dat herkenning makkelijk is. Maar voor een goede herkenning, in welke situatie dan ook, is het altijd handig om ook even jouw eigen naam te benoemen, zonder daarvan een spelletje te maken.

(Dit artikel gaat verder onder het advertentieblok)

Het oog werkt hetzelfde als het hele zintuiglijk systeem, als er sprake is van een defect. Iemand die niet goed ziet is kijkt onbewust selectief. Dat wil zeggen, de weg van de minste weerstand (licht zoeken of juist ontwijken), of door ontbreken van visusgebieden in het oog, worden er speciefieke fixactiepunten van het gezichtsveld meer gebruikt dan het andere, waar bijvoorbeeld staar aanwezig is. Hierdoor kan het dus zijn, dat de waarneming om de andere persoon te zien en te herkennen uitvallen.

Iemand die visueel beperkt is, kijkt dus vaak letterlijk en figuurlijk “anders” naar de wereld. Je maakt je eigen structuur, waardoor je eigen punten pakt, die voor jou herkenbaar zijn. Dit gebeurt bijna altijd onbewust. Zo kan bijvoorbeeld iemand die slechtziend is, als eigenschap hebben, dat degene heel goed kan navigeren. Omdat je punten pakt die voor jou herkenbaar zijn. Dat is weer een stukje van die structuur. Maar van de andere kant zijn er ook heel veel blinden die geen benul hebben van of je voor of achteruit rijd, als je als passagier in een rijdend voertuig zit.

Voor iemand met een visuele beperking is de hedendaagse communicatie vaak een extra obstakel. Daar er steeds vaker doormiddel van afbeeldingen en gebaren wordt gemcommuniceerd. Non verbale communicatie (zoals een knipoog, of een hand die wijst) wordt vaak niet waargenomen. In plaats van visuele waarneming, kan bijvoorbeeld een lichamelijke aanraking (knuffel, een hand enz.) voor iemand die visueel beperkt is, heel belangrijk zijn. Zo kan bijvoorbeeld een knipoog (zo van “goed gedaan”) een knuffel worden.

Top

By continuing to use the site, you agree to the use of cookies. more information

The cookie settings on this website are set to "allow cookies" to give you the best browsing experience possible. If you continue to use this website without changing your cookie settings or you click "Accept" below then you are consenting to this.

Close